Geluk krijg je pas als je kunt genieten van kunst en natuur. Het voorkomt de oneindige jacht op status. Dat stelt althans Alain de Botton. 'Hij kan het weten, want hij heeft ervoor doorgeleerd', zegt een vriendje dat geen zin heeft om alleen naar het Kröller-Müller Museum te gaan. 'Daar komt die liefde voor kunst en natuur vanzelf', bluft hij.
Ik vind vogels maar suf. En kunst geen kont aan.
Maar gun hem het voordeel van wat twijfel.
'Kijk!', wijst hij enthousiast. Ik zie een boomgrote blauwe schep in de bosjes staan.
'Mwah, matig', recenseer ik vakkundig. 'Ik vind zo'n plastic ding een beetje misstaan in de natuur'.
'Ja, daarom is het ook tof. Kunst hoort te verrassen,' volhardt hij.
Ik dacht dat kunst mooi moest zijn...
Maar kunstenaars zijn gevoelige types, dus ik houd dat maar even voor me. En laat me meevoeren de beeldentuin in. Er staan vijf smerige bruine tenten.
'Wat zie je?', vraagt mijn Mr. Kunst.
'Vijf smerige bruine tenten', versla ik objectief.
'Ja. Maar wat ZIE je?'
Ik herhaal mezelf.
'Er zitten geen ramen en deuren in', kwijlt een wijsneuzerig rotjochie naast me.
'Ja precies', juicht m'n NSB-vriend de snotaap toe. 'Daarmee creëert de kunstenaar een onzichtbare ruimte. De inhoud wordt onthuld als het verval is ingetreden'.
'Kunst moet ook wel een beetje een kunst zijn om te maken', sputter ik tegen. En werp voor de zekerheid een dodelijk blikje. Voordat het kleine monster weer z'n bemoeizieke bekkie opentrekt.
'Wacht maar. Hoe meer je ervan weet, hoe leuker het wordt', ontmaagdt mijn kunsteling me onverstoord verder.
'Oké', mompel ik. 'Laten we dan naar de meesterwerken gaan'. Binnen hangt Vincent van Gogh. Die ken ik.
Ik bekijk de schilderijen uitgebreid. Van ver en dichtbij. Maar raken doen ze me niet. En erg gelukkig word ik er nou ook niet van.
'Die man heeft geschiedenis geschreven', beantwoordt m'n leermeester mijn verveelde blik. En wijst op een donker schilderij met een bruine koe en een zwarte wagen. Ik zat net te fantaseren hoe ík geschiedenis kon schrijven. Door een peukje in het meesterwerkje uit te drukken. Of beter, er mijn vinger door te steken. Daar zal ik het Journaal wel een tijdje mee halen. 'Het lijkt net echt. Dat is wel knap,' zeg ik maar.
Ik deins een stukje terug om het werk van afstand te kunnen aanschouwen. Tegen een vitrine. Een alarm gaat af.
'Dit is nog niet zo knap', vervolgt m'n meester na wat excuses en gebloos richting een man met uniform. 'Zo schilderde iedereen in die tijd'. Hij trekt me naar een levendiger schilderij. 'Wat zie je hier?'
'Bomen... Je krijgt er wel een beetje zonnig gevoel van...', probeer ik.
'Ja maar echt lijken op de werkelijkheid doen ze niet. Ze zijn blauw!'
'Nou en? Ik zie toch wat de beste man bedoelt', bekritiseer ik zijn kortzichtigheid.
'Ja! En dat is nou het knappe. Je moet er maar opkomen! Daarom heeft hij ook geschiedenis geschreven', raast hij door. Na nog tien voorbeelden krijg ook ik de smaak ineens te pakken. Die Botton is eigenlijk zo gek nog niet. Sterker nog, dit wil ik ook wel. Hoe moeilijk kan het zijn? Gewoon iets creëren wat nog nooit eerder is gedaan. Iets wat iedereen op de hele wereld voor altijd inspireert!
Ik broed nachtenlang. Maar krijg niks bedacht.