niets willen als je niets kan en is een mening alleen het uiten waard als je degelijk geschoold bent. Worden deze twee Zwagermanse wetten geschonden dan leidt dat tot 'het hoogtepunt van assertiviteit', namelijk Mohammed B. die 'op de fiets stapt' en Theo van Gogh vermoordt. Assertiviteit is in dit geval, en zeker voor een hooggeleerd mensch als Joost, een heel stom gekozen woord. Het is het hoogtepunt van eufemisme. De veronderstelling dat Mohammed B., die in 'oorlog' is, zoals Mohammed B. dat zelf zegt, even, in een vlaag van assertiviteit, 'op de fiets stapt' om Theo van Gogh te vermoorden is misschien nog dommer. Of mijn mening over deze stupiditeiten juist of niet juist is, maakt voor Zwagerman niet uit, hij zal 'm weglachen, want het is een mening van een product van ons falende onderwijs, van een dommerik, en dat is voor Zwagerman een dooie hoek. In Zwagermans wereld mogen alleen Zwagermannen zich uitspreken en het liefst binnen een comfortabele bandbreedte, een tunnel is misschien een beter woord, waarvan de ruimte wordt gevuld met overgeschreven kennis en tweedehands gedachten, ontleend aan Flaubert, Nabokov, Amis, Tolstoi, arwell, Updike en Mailer. Zwagerman wordt niet voor niets bij iedere essaybundel weer geconfronteerd met critici die hem maar niet op een origineel idee kunnen betrappen en hem tegelijkertijd prijzen voor het verzamelen en destilleren van andermans meningen (want daar is hij heel assertief in). Het compliment aan de verdienstelijke verzamelaar is misschien nog erger dan de kritiek op de ideeloze essayist. Joost Zwagerman droomt ervan een homo universalis te zijn, maar moet onderhand toch zelf ook vaststellen dat zijn drank-, drugs- en neukouevre de tand des tijds niet zal weerstaan en zijn essaybundels niet meer dan soepel opgeschreven uittreksels zijn van een literatuurgeschiedenis waarin hij nooit zal worden opgenomen. Angstig werkt hij simultaan aan een poëziecarriere, maar met roeshoofd zou zo graag een vrouw ombrengen / maar niet voordat hij haar heeft verkracht/ haar leed zou hij niet zinloos verlengen / voor verkrachting en slachting staan één nacht, vrees ik dat hij alleen op Sinterklaasavond de handen op elkaar krijgt. Wat rest voor Zwagerman is de jeugdigheid door zijn vingers zien glippen en praten op televisie, zoals na de moord op Theo van Gogh, toen hij samen met Leon de Winter zo perfect uit de doeken deed wat er mis is in de Nederlandse maatschappij. Met hun perfecte en vooral zeer eloquente mening rukte de gedachtenpolitie zich af op de tafel van Barend & Van Dorp. Nooit eens iemand die zegt: ik weet het niet. Ik ben volgens Joost medeschuldig aan de moord op Theo van Gogh. Misschien is het omdat ik Joost z'n hoofd een keer heb omschreven als een kop die elke ochtend in een pot urine wordt gedoopt en daarna onder een tosti-ijzer wordt gelegd. Ja, sorry Joost, zo eloquent als jij ben ik niet, gebrek aan onderwijs hè, maar dat is nou eenmaal een omschrijving die volgens mij een juist beeld oproept van de, door overmatig coke- en drankgebruik verweerde leren lap waar jouw gezicht tot verworden is. Ik vind het niet erg dat Joost me haat. Ik ben 34 jaar oud en als Joost Zwagerman me nu nog niet zou haten, dan zou ik mij moeten schamen.