En, voelen we al een verdikking in onze broek?" Op de Brabantse Legerplaats Oirschot heeft de kapitein zojuist het promotiefilmpje aan de nieuwe lichting pantserinfanteristen getoond, met heldhaftige oorlogsbeelden, begeleid door een aanzwellend muziekje en teksten als 'Ik geef nooit op' en 'Ik laat mijn kameraden nooit in de steek'. De soldaten die net nog enthousiast in de houding sprongen toen hun compagniecommandant het leslokaal binnenkwam en uit volle borst 'Goedemorgen kapitein!' scandeerden, houden zich nu angstvallig stil. De kapitein heeft minder moeite met het delen van de ins en outs van zijn genitaliën. "Ik wel hoor," grijnst kapitein Marco Kroon (42), en hij neemt een stevige teug van zijn derde blikje Red Bull. Het is tenslotte alweer tien over tien in de ochtend.
Op het projectiescherm achter hem schittert een dia met de boodschap: 'Zachte heelmeesters... stinkende wonden.' "Kent iemand dit?" vraagt hij de zandhazen in opleiding. Een oorverdovende stilte valt. "Heel lief zijn voor mensen terwijl je eigenlijk moet roepen: 'En nu is het klaar!" legt hij zijn leerlingen uit. "Want anders gebeurt er dit..." We zien een foto van een hevig bloedende militair. "'Loop niet op dat pad: werd er steeds alleraardigst tegen hem gezegd. BAM Mijntje. Daar krijg je dus letterlijk stinkende wonden van!" Een nieuwe dia volgt. "Op het gevechtsveld bestaat geen zilver!" Kroon laat een foto zien van een dode militair. "Die was tweede."
"Heren, opstaan!" De soldaten staan synchroon op en krijgen een embleem voor op hun uniform. "Willen is kunnen, lui!" drukt de kapitein hun nog even op het hart. "Wij infanteristen worden betaald om te knokken. En dus zullen we jullie niet alleen fysiek, maar ook mentaal trainen. Want als je mentaal gehard bent, maakt het fysiek geen ene reet meer uit. Dus we gaan het schuim tussen onze billen lopen!"
Als voormalig commando zal hij er hoogstpersoonlijk voor zorgen dat het niveau en het imago van de pantserinfanteristen worden opgekrikt. "Zodat je niet meer hoeft te bluffen dat je een commando bent als je bij een lekker wijf aan de bar staat. En na acht weken zijn jullie fuselier en hoor je er ook echt helernáál bij. Dan ben je gereed om met je ballen in Somalië of Mali terecht te komen. En mag je ook aan garde-evenementen als Prinsjesdag meedoen. Ik kan je vertellen: na tien keer word je er vrij sip van, maar de eerste negen keer krijg je wel een harde in je broek."
Kroon vist een nieuw blikje Red Bull van de achterbank van zijn burgerauto en scheurt naar het kazernegebouw waar hij een kamer heeft. Naast 'willen is kunnen' heeft hij nog een motto: "Je moet haasten als je tijd hebt, dan heb je tijd over als je haast hebt." Dat brengt hij zelf fanatiek in de praktijk. Zo fanatiek dat er op een werkdag geen tijd overblijft om te eten. In de ochtend een boterhammetje met Venz-hagelslag, en de rest Vim de dag is het de Red Bull die hem vleugels geeft. "Ik denk niet dat ik oud word," zegt Kroon. "Over twintig jaar ben ik dood. Mijn vriendin moet altijd huilen als ik dat zeg, maar ik heb bij defensie zo'n roofbouw op mijn lichaam gepleegd. Ik heb een standaard hartslag van 150." Hij is ook aan één kant bijna doof - 'gevalletje raket op de auto in Uruzgan'.
Het leverde hem in mei 2009 wel de uiterst zelden toegekende Militaire Willems-Orde (MWO) op, de hoogste Nederlandse onderscheiding. Onder andere vanwege zijn onverschrokkenheid als pelotonscommandant bij het Korps Commandotroepen in Irak en Afghanistan, waar hij - knappe prestatie - geen van zijn mannen verloor. "Ik heb de rare eigenschap om als het spannend wordt zelf
voorop te gaan. Ook omdat ik altijd denk dat ik het zelf toch het beste kan oplossen."
Of het koningin Beatrix bij de uitreiking al duidelijk was dat haar Ridder Militaire Willems-Orde ook in zijn privéleven de neiging heeft het gevaar op te zoeken, is niet bekend, maar de gedecoreerde militair bleek een tamelijk louche café uit te baten.
Kroon kocht de Bossche kroeg Vinny's in 2008, toen hij bij het Korps Commandotroepen tot kapitein werd gepromoveerd en ineens een staffunctie kreeg. Een groot deel van de dag zat hij op de kazerne in Roosendaal op internet te surfen naar militaire snufjes voor zijn mannen, terwijl hij zelf nou juist zo graag de man met het wapen is. "Ineens stond ik overal heel ver van af. Ik viel in een gat," bekent Kroon. "Maar je hebt niks te zeggen, hè. Om de drie jaar moeten wij van functie veranderen, en op een gegeven moment moet je omhoog. Toen had ik voor het eerst in mijn militaire carrière de gedachte: Ik wil misschien wel de dienst uit en dan iets voor mezelf beginnen." Toen zijn stamkroeg vervolgens in de etalage kwam, aarzelde hij geen moment. "Ik heb die toen gekocht met de gedachte dat ik als het café zou aanslaan misschien wel uit dienst zou gaan." De hoge onderscheiding die de koningin hem persoonlijk overhandigde, veranderde alles. "Toen dacht
ik: Dit is zo'n beloning. Als ik nu uit dienst ga, steek ik een mes in de rug van de majesteit."
De kapitein trapt zijn gaspedaal weer in. Ditmaal om richting Lüneburger Heide te rijden, ten zuiden van Hamburg, waar bij Bergen (bekend van het concentratiekamp Bergen - Belsen) een schietoefening van zijn compagnie gaande is. De opleiding van kersverse pantserinfanteristen doet Kroon erbij; zijn hoofdtaak is het aansturen van de honderdvijftig manschappen van het 17de pantserinfanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene. De druk op het pedaal wordt krachtiger naarmate de gezellige Brabander dieper ingaat op de rechtszaak waarin hij werd beschuldigd van handel in wapens en drugs.
Volgens Kroon heeft hij die aantijgingen te danken gehad aan lieden die hij te hardhandig uit zijn café heeft gezet. Waarschijnlijk drugshandelaren of politie-informant die zich door de oorlogsheld in hun hemd voelden gezet. "Ik stond daar als een commando achter de bar. Zeker omdat ik die Willems-Orde had, wilde ik per se geen drugs meer in die tent. En ik zie alles, hè. Als iemand vrouwen in de kont zat te knijpen, vloog ik al als een ADHD-debiel over de bar van: 'Hé, kappen, anders flikker ik je eruit!' En als een rare snuiter naar het poep toilet zag gaan, was het: Klopklopklop. 'Ik hoop dat je zit te schijten, want als je aan het gebruiken bent, stamp ik je naar buiten!"
Uiteindelijk werd hij veroordeeld voor niet meer dan het verhandelen van een stroomstootwapentje, maar Justitie had ingezet op drugsvergrijpen, die in geval van een veroordeling einde oefening voor kapitein Kroon hadden betekend.
Het klonk destijds verdacht dat Kroon pas een week nadat er cocaïnesporen op zijn jas waren gevonden zou hebben gezegd dat die jas helemaal niet van hem was, maar van een klant die hem in zijn café had laten liggen. "Dat is dezelfde dag nog gezegd!" reageert Kroon fel. "Daar waren
zelfs getuigen bij." En dat borsthaar waarin cocaïnesporen gevonden waren en die hij ineens had afgeschoren waardoor er niets meer te analyseren viel? "Ik heb voor het eerste onderzoek zelf zes haren uit mijn borst getrokken en er nog meer aangeboden. En toen ik het een tijdje later weer wilde trimmen, heb ik dat eerst gecheckt bij mijn advocaat, Geert-Jan Knoops. 'Ja, is prima, trim maar weer: zei die! Ik wind me er nu weer over op," zegt de man, van wie vervolgens niets harigs meer kon worden onderzocht, aangezien zijn hoofd kaal is en hij zijn schaamhaar altijd afscheert omdat zijn vriendin dat graag wil. "Die antistof die in je lichaam wordt aangemaakt als je daadwerkelijk
hebt gebruikt, is bij mij ook nooit aangetroffen, hè! Maar dat wordt niet in de media verteld. Het blijft zo frustrerend: al die verhalen van journalisten en maandenlange afluisterpraktijken, waarna ze eigenlijk niets meer hadden dan insinuaties en speculaties gevoed door de media. Kutlui! Op een gegeven moment werden mijn vriendin en ik er zo paranoïde van dat we de douche aandeden als we met elkaar wilden praten. De media zijn gevaarlijk, hoor. Ze kunnen je maken en breken. Het ene moment ben je Jezus toegevoegd en het volgende moment ben je de grootste crimineel," briest hij. "Ik ben dan wel vrijgesproken, maar door die foute, eenzijdige berichtgeving ben ik voor veel mensen toch die militair die heel veel geluk heeft gehad omdat hij een goede advocaat had. En niet die militair die pech heeft gehad omdat-te vals is beschuldigd. Nog steeds denkt iedereen dat je mij maar op mijn schouder hoeft te slaan en er dwarrelt een wolk cocaïne uit."
Waar we tijdens de rechtszaak vooral meer over te weten kwamen, was het seksleven van Kroon. Zo werd onder meer duidelijk dat je slagroompatronen voor meer kunt gebruiken dan het versieren van een kindertaart. Het liefdesapparaat van Kroon wordt in ieder geval heel kordaat als hij het lachgas uit het patroon inhaleert, nadat hij het in een ballonnetje heeft opgevangen. Kroon - die het idee had opgedaan bij BNN's Spuiten & Slikken - biechtte het in de rechtszaal allemaal op, in de hoop de rechters ervan te overtuigen dat onderschepte sms'jes als 'Ga je vanavond weer wat lekkers halen?' helemaal niet betekenden dat hij zijn neus vol wilde gaan stoppen. Datzelfde gold voor de instructie om even 'iets klaar' te leggen. Dat verwees naar het pikante negligé waarin zijn vriendin zou gaan klaarliggen, waarna Kroon vanuit hun café naar boven stoof om haar even 'een veeg' te geven.
We hebben er via de berichtgeving over het proces allemaal van kunnen meegenieten. Dat geldt dus ook voor hoogwaardigheidsbekleders als de toenmalige Commandant der Strijdkrachten, generaal Peter van Uhm, en de koninklijke familie, maar daarvan heeft Kroon zelf niets gemerkt. "Generaal Van Uhm zei alleen tegen me: 'Ik sta op het punt om mijn klauwen voor je in het vuur te steken. Ik
vraag je één keer: Heb je het gedaan of niet? Oké, dan gaan we ervoor." En de koningin liet volgens Kroon ten tijde van de rechtszaak speciaal vragen of haar Ridder MWO naar een defensie-evenement in Den Bosch kon komen. Ze wilde hem namelijk graag even een hart onder de riem
steken. Toen Marco bij die gelegenheid binnenkwam, zat de zaal helemaal vol. Iedereen begon te klappen. "Hartverwarmend en ontroerend was dat," vertelt Kroon. En dat werd het al helemaal toen de koningin hem apart nam in een kamertje en zei dat ze alles volgde en hem steunde. Toen kreeg hij tranen in zijn ogen, want als er iemand is die hij respecteert, dan is het de majesteit. Een tikkeltje gênant vond hij het ook wel. Want als zij 'alles' volgde, moest ze dus ook geweten hebben dat haar Ridder geil werd van slagroompatronen. "Ja," lacht Kroon, "de kans is-groot dat zij dat weet. En Wi11em - Alexander en Máxima ook, daar twijfel ik niet aan. Maar ik heb ze sindsdien alweer een
paar keer gezien en er nooit wat over gehoord. Maar goed, zij hebben zelf ook kinderen, dus zij komen ook niet uit een ei, denk ik dan maar. Ik denk niet dat ze daar slagroombussen voor nodig hadden, maar je weet het nooit, hè," grapt Kroon.
"Kun jij bij dat blikje Red Bull? Ik begin een beetje een droge mond te krijgen," vraagt Kroon terwijl hij zijn auto Duitsland in stuurt. Zijn humeur is zienderogen opgeknapt. Hij praat makkelijk en graag over seks. Bij zijn vriendin stond het schaamrood geregeld op de kaken toen manlief tijdens de rechtszaak een uitgebreide demonstratie met zijn slagroombussen stond te geven, maar hem zal het 'een reet wezen'. Het vurige duo dat een spaarkaart heeft bij Christine le Duc, waar zij geregeld speeltjes als geishaballen en dildo's scoort, heeft nu eenmaal een wild seksleven. Opmerkingen van collega-militairen die vinden dat stoere Rambo's toch niet met een dildo in de weer gaan, heeft hij nooit gekregen. Kroon, geschrokken: "0 God, is dat de illusie die ik heb gewekt? 0 nee, mijn vrouw brengt die dildo niet bij mij in, hoor! Hahaha. nééééééh. Wij hebben heel veel speeltjes, maar die zijn met name voor haar. Nee zeg, meer dan een vingertje van mijn
vriendin hoeft van mij niet, hoor. Hahaha. nééééééh. Wij hebben heel veel speeltjes, maar die zijn met name voor haar. Nee zeg, meer dan een vingertje van mijn
vriendin hoeft van mij niet, hoor. Ik heb geen homoseksuele verlangens of zo!" Verder hoeft hij van zijn collega's geen toespelingen te verwachten over wat er tijdens de rechtszaak is blootgelegd. "Dat zijn geen krantenlezers." En dan nog zullen ze vast niet snel geschokt zijn. Seks is nu eenmaal een hot item in het groene mannenwereldje. Daarom ziet hij eigenlijk ook liever geen vrouwen bij gevechtseenheden. "Er is niks mis met vrouwen, maar mannen gaan zich er zo raar van gedragen. Ik zeg altijd: Een kut trekt harder dan tien paarden."
We zijn inmiddels aangekomen op het schietterrein in Bergen. Vanuit een klein hokje volgt hij samen met drie andere infanteristen op een scherm de bewegingen van de pantserwagens. Een wit balletje huppelt in beeld. Kroon: "Dat is een konijntje. Alles wat leeft, en dus warm is, licht op, dan weet je waarop je moet schieten. In warme gebieden zoals Irak en Afghanistan is dat nogal eens lastig, omdat daar dus alles oplicht." Niet snel daarna begeeft het systeem het en is het vooral wachten geblazen. Kroon wordt er wat opgefokt van.
De laatste ploeg is om één uur terug van het nachtschieten. De volgende ochtend staat Kroon om half zes als een opgeladen Duracell-konijntje naast zijn stapelbed. Hij heeft geen cocaïne nodig om over te komen als een enorme coke-addict. Niet veel later blaft hij bij de thee: "Gatver, wat is dit? Rooibos. Dat hoef ik niet. Daar word je rustig van." Hij vindt dat de mannen het hier maar luxe hebben. Ja, ze kunnen hun kont niet keren op hun kamer, omdat ze met z'n vieren op zes vierkante meter slapen, maar in zijn tijd sliepen ze minstens met z'n tienen. En het mag er dan soberder en ongezelliger uitzien dan in een gemiddeld klooster, slapen in 'harde behuizing' is een vijfsterrenlocatie voor een militair.
Zelf liep hij tijdens zijn commando-opleiding wekenlang door de plensregen met een rugzak van veertig kilo op zijn nek, waarna hij buiten op de ijzige grond moest slapen, terwijl zijn hele lichaam lag schokken van de kou. Of hij sliep helemaal niet, omdat hij een week lang continu werd achtervolgd door honden en helikopters, waarna hij nog even zesendertig uur werd ondervraagd terwijl hij geblinddoekt met zijn blote voeten in de sneeuw stond. "Vervolgens moest je met je hoofd tegen een muur aan gaan staan, en sloegen ze net zo lang totdat heel je hoofd kapot was en het bloed langs je gezicht liep. Als je bijna inzakte, schreeuwden ze: 'Ga staan, godverdomme!' En
kreeg je weer een klap. Ze gaan veel verder dan je denkt." Ook kregen ze een keer een lief. donzig konijntje; dat moesten ze een naam geven en een week lang vertroetelen. Daarna was het voedsel op en vroeg iemand: "Eh... waar is het eten?" "Dat heb je al een week bij je." Moesten ze dat snoezige diertje ineens doodmaken en oppeuzelen. "En niet opeten was geen optie, want prioriteit is dat je te allen tijde voor jezelf kiest, zodat jij op volle kracht functioneert." Zelf kende Kroon tijdens zijn hele opleiding maar één keer een breekmomentje, dat was toen zijn bazen hem deden geloven dat hij uit de opleiding werd gezet omdat één van zijn mannen een minuscuul papiertje in
de put had laten liggen waarin ze een week hadden liggen observeren. "Kut! Hoe heb ik dat niet kunnen zien?!", dacht Kroon. Want je mag natuurlijk nooit en te nimmer sporen achterlaten. Stond hij daar midden in de nacht zes uur lang in de stromende regen in de houding te wachten totdat hij zou worden opgepikt. "Pas toen hoorde ik: 'Zo, heb jij je knakmomentje ook gehad, cursist Kroon?' 'Hoe-hoe bedeolt u, kapiteint?, snotterde ik. 'Pak je spullen, ga terug naar je put, of wil je echt ontheven worden?"
Maar deze beproevingen zijn niets in vergelijking met de realiteit, vindt Kroon. Oké, honger heeft hij nooit hoeven lijden, maar dorst wel. "Als het vijftig graden is en je bent aan het knokken, dan verlies je zoveel vocht dat je urine soms bijna zwart is als je staat te pissen. En wat dacht je van de gewonden die je in het echt tegenkomt? In Cambodja heb ik zoveel kinderen gezien die op een mijn waren gaan staan. Dan stond je daar en kreeg je ineens een stuk vlees in je handen gedrukt. Een fractie later zag je pas dat het een kind was. Dat een paar seconde later dood is. De ouders staan tegen je te schreeuwen. Help! Help!l Doe wat!! Maar wat moet je doen? Je kunt ze niet verbinden, je kunt ze niet injecteren, want alles loopt er aan alle kanten weer uit. Er zit gewoon geen uiteinde meer aan. Toen ik terugkwam in Nederland durfde ik wekenlang niet over grasvelden te lopen. Zo bang was ik dat iemand er een mijn onder had gelegd. Ik heb ook weleens gehad dat ik rond Oud en Nieuw net van een uitzending terug was en met volle tassen de Albert Heijn uitliep toen er kinderen met rotjes gooiden. In een reflex flikkerde ik alles op de grond en dook op de vloer. Alles kapot, mensen die vragen: 'Ben je
gevallen?' 'Ja, ik ben gestruikeld: Terwijl ik gewoon bewust was gaan liggen."
Hoe zo'n geharde militair van een elite-eenheid bij de tammere pantserinfanterie kon belanden, is menig oud- collega-commando een raadsel. Maar zelf ziet hij zich als een Guus Hiddink die ook van minder hoog aangeschreven ploegen graag een wereldploeg maakt. "Heel veel defensiecollega's zeggen: 'Wat doe je bij dat zoetsappige volk?' Maar daarmee doe je die jongens tekort. De luchtmacht vindt zichzelf altijd heel wat, maar die zitten ver weg, achter de frontlinies. Met alle respect, hoor, maar als je ze dan spannende verhalen hoort vertellen, denk je echt: Donder op, man. Piloten, die gooien een paar keer een bom, prachtig, maar die zien niet de ellende die ze aanrichten. Dus loop alsjeblieft niet zo spannend te doen. Wij staan op de grond, wij maken effe iets meer mee. Wij zien de doden die jij net hebt gegooid met je bom. Wij moeten de lijken bij elkaar vegen."
Zelf iemand aan flarden schieten, zoals ten tijde van zijn missie in Uruzgan, deert Kroon minder. Het geeft hem ergens ook wel een euforisch gevoel als het bij 'hij of ik?' 'hij' wordt. Hij noemt geen aantallen, maar we mogen van hem aannemen dat het in ieder geval niet makkelijk was. "Die lui kauwen de hele dag op qat, dat cocaplant je, en daar worden ze heel opgefokt van. Als je op ze schiet, blijven ze maar staan, dat komt door die drug. Uiteindelijk gaan ze wel zitten, alleen duurt het langer voordat ze ... eh echt stoppen, zeg maar." Maar als je ziet hoe zij vrouwen en kinderen als schild gebruiken, wordt het makkelijk om de trekker over te halen, zegt hij. "Dan komt er toch wel een stukje afkeer en haat naar boven. In Irak hebben we filmpjes buitgemaakt waarop we jongens zagen die zestien werden. Die worden 's morgens feestelijk wakker gemaakt, krijgen een uitgebreid verjaardagsontbijt, en een paar uur later worden ze onder gejuich en gejubel van hun vader en moeder volgehangen met springstoffen. Vervolgens worden ze een auto gezet en gaan ze zich opblazen voor het goede doel. Die ouders zijn helemaal trots, joh. En dan hebben ze nog een begeleider die, als-ie twijfelt, op afstand dat ding kan laten afgaan. Jaha, als je dat ziet word je daar wel... eh ... dan ga je met liefde en plezier die kant op."
Volgens oorlogsverslaggever en defensiecriticus Amold Karskens zou die afkeer er weleens voor gezorgd kunnen hebben dat Kroon niet al te galant met de achtergelaten gewonden van de tegenpartij is omgegaan. Er zouden getuigenverklaringen zijn over standrechtelijke executies. Karskens zegt er desgevraagd tot op de dag van vandaag niet gerust op te zijn dat alles volgens het boekje is gegaan. "Marco is een aardige jongen, maar hij jokt over bepaalde zaken. Hij zou zo de politiek in kunnen ... Hij heeft nooit opheldering verschaft over de gevangenen die hij heeft gemaakt. Wat er met die mensen is gebeurd, weet ik niet." "Ach, die lul," reageert Kroon bits, "die kan ik niet meer serieus nemen. Hij schrijft altijd alleen maar negatief over defensie, dat is totaal niet geloofwaardig meer. En wat er met de gewonden is gebeurd - je gelooft het niet, niemand gelooft het, maar wij zijn nooit gewonden tegengekomen. We hebben wel overal bloedsporen gevonden. Je kon ook zien waar ze hadden gelegen, waar ze heen zijn gekropen en uiteindelijk weg zijn gegaan. Het gras was plat, bloedsporen, dat soort dingen, dat zag je wel allemaal."
Kroon is zijn verbijstering over het zijns inziens ontijdige vertrek uit Uruzgan nooit te boven gekomen. "Ik ben er zo boos over dat de politiek heeft besloten dat we daar moesten vertrekken! Door die beslissing zijn die 25 doden onder Nederlandse militairen nagenoeg voor niks geweest, vind ik. We hebben de mensen daar gewoon verraden. Eerst hebben we er drie jaar over gedaan om hun vertrouwen te winnen, en net toen we dat hadden, trokken we de stekker eruit. Zo van: jongens, succes ermee. En o ja, we jullie politie wel opleiden, als troost. Terwijl die mensen zometeen en masse de strot worden afgesneden door de Taliban omdat ze met ons hebben geheuld."
Goed voor onze internationale reputatie is het ook niet geweest, vindt hij. "In Uruzgan maakten je Amerikanen nog een buiging voor wat wij leverden. Nu we militair niks meer leveren, merk je gelijk dat er geen deur meer voor je opengaat. Ik ben er echt heilig van overtuigd dat als wij nog meer gaan bezuinigen op de krijgsmacht, we op internationaal vlak niks meer voorstellen." Over de Amerikanen gesproken: hij was er graag bij geweest toen Osama Bin Laden werd geliquideerd. Maar in Nederland had je daar vast Kamervragen over gekregen. Zo van: moest die man nou dood. Ja natuurlijk! Alleen al uit genoegdoening naar de Amerikanen.”
Ach, het is vaak zo gemakkelijk, al die kritiek op de krijgsmacht. "Karremans heeft destijds als commandant van Dutchbat goed besloten. Alleen dat hij zo onderdanig een cadeautje aannam van generaal Mladic - dat had ik zelf zo niet gedaan. Je moet wel aan je uitstraling als commandant
denken, ook als de situatie zo penibel is. Niemand kan zich die situatie waarin Karremans toen verkeerde voorstellen, maar hij heeft al zijn mannen heelhuids teruggekregen. Ik sta achter Karremans." Ja, Kroon heeft wel ideeën over waar we als krijgsmacht wat zouden kunnen betekenen. "In Mali hadden we als NAVO moeten ingrijpen. Gelijk korte metten maken. Je ziet het extremisme zich daar als een inktvlek uitbreiden. En vanaf Afrika is het maar vierhonderd meter zwemmen en je zit in Spanje, hè. Ik had het gelijk aangepakt voordat het überhaupt een etterende wond kan gaan worden."
Omdat de pantserinfanteristen die hun baret nog moeten verdienen 'zijn prio' hebben, gaat kapitein Kroon snel even op en neer naar Nederland. De meter slaat uit tot 160 kilometer per uur, de bestuurder gast onvermoeibaar door. Hij verheugt zich erop om weer bij zijn jongens te zijn. Hij is nu eenmaal een man van de straat, en dat blijft hij, MWO of niet. "Ik was naar het debutantenbal in Noordwijk - buh, daar word ik helemaal saai van. God, wat een kouwe kak. Nee, dat is niet mijn manier van feestvieren. Ze stonden allemaal op een lijn daar, een soort kak-linedansen, zeg maar. Pfff, Jesus Christ, dat was eens en nooit weer."
Dat zijn onderscheiding impliceert dat nu zelfs de hoogste generaal voor hem in de houding moet gaan staan, vindt hij ook nog steeds bevreemdend. "Volgens menig protocol kom ik net onder de kroonprins. En na mij komt dan pas de minister- president. Dus als ik ergens op een happening op moet komen lopen, word ik geregeld als laatste opgeroepen. Of de koningin moet erbij zijn." Inmiddels ziet hij ook wel de voordelen. "Ik kan lekker lang borrelen. En dan is het ineens: 0 ja, we moeten nog effe, hoi!" Hij heeft zich ook weleens afgevraagd of hij die MWO niet vooral heeft gekregen omdat het blazoen van defensie wel een opstekertje kon gebruiken. "Dat heb ik toen ook gevraagd aan generaal Van Uhm, Of het geen pr- stunt is geweest. Hij zei: 'Ik vind dat de Willems-Orde als instituut niet mag uitsterven, en jouw missies waren gewoon Willems-Orde-waardig. Klaar: Maar ja, ik zal niet ontkennen dat het defensie heel erg goed uitkwam, ja."