Zoek!

'Opbeurende' kritieken

"Nathalie Huigsloot kan beter haar geld op haar rug verdienen!"








26 Nov '09 - 2106 W, 1 I - + 45 - 26

KARIN BLOEMEN, BIJTER MET GEVOEL

Karin Bloemen zit 25 jaar in het vak en kijkt terug op de hoogte- en dieptepunten. "Ik was zó gekwetst van Martin Simeks botte attitude dat ik begon te huilen. Zo’n klootzak denkt dan: dat is geil, nu heb ik goed gescoord. Ik ben door dat interview echt getraumatiseerd." Verkeer je vanwege je 25-jarige jubileum momenteel in nostalgische sferen?
Poeh, inmiddels wil ik geen woord meer aan het verleden vuil maken!

Dat is handig voor dit interview.
Ja, dat was het dan. Dag! Nee hoor, het maken van zo'n collectie is heel grappig om te doen. Je bent steeds op zoek naar fragmenten uit oude shows voor op de jubileum-DVD. Bij sommige dingen denk je: oh, wat erg! Maar gelukkig denk ik ook heel vaak: o wat leuk. Als je 25 jaar terug gaat in de tijd, zie je jezelf echt ouder worden. Het is wel gaaf dat je al die fases in je leven allemaal op band hebt. En ik voel ook een enorme trots. In elke show zitten wel een paar dingen waarvan ik nu pas zie hoe waanzinnig goed dat toen was.

Merk je bij het terugkijken ook, bijvoorbeeld aan het kleffer worden van liedjes of zo, dat je bijvoorbeeld zwanger was, of net moeder geworden?

Hahaha, ja. Maar dat vind ik juist zo leuk. Toen ik mijn eerste kind kreeg, ging ik liedjes zingen als (zet ietwat zoete melodie in, red.): “Voor jou..., ik zal elke dag iets voor je kopen, en altijd lieve dingen met je doen... “ Dat je nu denkt: oh, sopsop.

Na de geboorte van je tweede dochter kreeg je een burn-out. Zie je het verschil terug van voor en na die break?

Nee. Ik ben alleen beter geworden in ‘nee’ zeggen. Voor mijn burn-out kon ik dat niet zo goed. Ik ben kreeft, ascendant ram. Mijn ram is de buitenkant en daarvan denk je altijd: o, die vrouw komt er wel, die is heel sterk. Maar helaas, ik ben ook een kreeft hè. Dus ik ben altijd aan het twijfelen, aan het zoeken en onzeker en emotioneel aan het wezen. Je moet mij niet belazeren, want ik ga dan stuk. Maar sinds de burn-out ben ik stelliger en zekerder geworden. Meer van: Don’t fuck me, cause I fuck back!

Welke herinnering aan de afgelopen 25 jaar springt er in positieve zin echt uit?

Poeh. Dat varieert van het moment dat ik op 25-jarige leeftijd bij 'De film van Ome Willen' voor het eerst op tv een liedje mocht zingen, tot mijn optreden voor Nelson Mandela. Dat was heel spannend en speciaal. Ik stond in het Nieuwe de la Mar Theater en met een hele zaal voor mij zei ik: “dames en heren, over drie seconden gaan we per satelliet de lucht in voor Nelson Mandela.” Dus die hele zaal was ook helemaal onder de indruk. Toen heb ik ‘Zuid-Afrika’ voor hem gezongen.

In deze gids zegt Jeroen van Merwijk, die het nummer geschreven heeft, dat jij van zijn nummer een gedragen, zwaar lied hebt gemaakt, een statement tegen Zuid-Afrika, terwijl het bedoeld was als een geestig liedje over Nederland.

Ik zing precies hetzelfde als wat hij zingt, maar ik heb er alleen een eindcouplet bij besteld omdat ik het niet af vond. Bij hem was het alleen maar voor de lol. Alleen maar: hahaha en klaar. Dat is het verschil tussen Jeroen en mij. Bij hem kan iets heel luchtig zijn, maar binnen de context van mijn show pikt niemand een niemendalletje op. En het lied had veel meer potentie. Dus ja, het is iets meer politiek gekleurd dan hij waarschijnlijk bedoeld had.

Volgens hem moet Mandela er ook weinig van begrepen hebben aangezien het liedje niet echt Zuidafrikaans was...

Hij begreep er voldoende van hoor. Dat zag ik aan zijn gezicht. Ik kreeg een lachje van hem waarmee hij leek te zeggen: "kijk vrouw, jij snapt het".Ik vond het heel bijzonder. Die man is toch de held van de vorige eeuw. Dus dat fragment staat ook op de DVD.

Zijn er ook dieptepunten?
Die heb ik er niet op gezet, haha. Maar er zijn ook niet echt fragmenten waarbij het schaamrood op mijn kaken staat. Alhoewel, ik heb wel één keer een interview gegeven aan iemand die perse door wilde vragen over dingen waar ik het gewoon niet over wilde hebben. Dat vond ik heel naar. Die persoon ging geen open gesprek aan, maar begon gewoon een riedel met mijn persoonlijke leed op te dreunen.

Bedoel je het interview met Catherine Keyl, waarin zij vond dat jij steeds in een typetje schoot wat volgens haar een serieus gesprek in de weg stond?

Catherine is bang om overruled te worden en wil daarom altijd de baas blijven in een gesprek. Maar ja, je vraagt een artiest en die komt wel met toeters en bellers binnen. Uitbundig en open en met veel plezier. Ik probeer mensen te entertainen, dat is niet alleen mijn beroep, dat is ook mijn karakter. Maar zij wil dan even snel je verdriet er door heen jagen, zo van: “En je zus is ook nog dood, hè?” En dat terwijl ik alleen maar even een cd-tje kwam verkopen. Dan wil ik het daar helemaal niet over hebben. Niet in 2 minuut 20, bij Catherine Keyl, op zo’n rotbank, no way. Dat vind ik onbegrijpelijk respectloos. Ik vind het vervelend als interviewers vergeten dat je verdriet ook echt je verdriet is. Het verdriet dat je aanraakt is vele malen groter dan de interviewer kan bevroeden. En dat maakt het heel gênant. Zeker zoals Catherine Keyl het doet. En als je er dan toch wat over zegt, word je later ingewreven: Karin Bloemen koketteert zo met haar verleden. Nou echt niet! Je moet gewoon ontzettend oppassen. Maar nee, ik bedoelde eigenlijk het interview voor de radio met die ex-tennisleraar met dat spraakgebrek...

Martin Simek?

Ja. Het begon er al mee dat ik buiten de deur moest wachten en hij een aankondiging deed die ik niet kon horen. Die bleek achteraf te zijn: “Zij speelt met die juurke waarvan ik denk: wat gebeure, ik niet begrijpe, rare vrouw, niet mooi.” En toen mocht ik naar binnen. Vervolgens zette hij een stuk muziek op van mijn nieuwste cd, draait hem halverwege weg en zegt: “Ik vind dit dus gewoon niet echt.” Het kwam erop neer dat hij zei: je werk is helemaal niks, je bent heel erg nep, en het enige wat aan jou een identiteit heeft, zijn je jurken. Dat vond ik gewoon echt heel erg. Ik was zó gekwetst en zo geschrokken van zijn botte attitude dat ik begon te huilen in die uitzending. “Waarom jij gaat nou haulen? Wat is?”, bleef hij maar vragen. Maar ik kon niet meer stoppen. Als ik eenmaal huil, hou ik nooit meer op. Ik raakte op slot, kon niet eens de beslissing nemen om weg te lopen, en voelde me alleen maar gevangen in de gevangenis van Martin Simek. Zo’n klootzak als Simek die denkt: dat is geil, nu heb ik goed gescoord. Ik ben er echt door getraumatiseerd. Ben daarna ook heel lang niet meer in mijn eentje naar een interview gegaan. Nu zit ik weer met jou alleen, maar dat heb ik heel lang niet gedaan. Ik nam steeds mensen mee om eventueel in te grijpen. En sowieso geef ik nauwelijks interviews meer.

Zijn er ook zaken aan de roem die je in 25 jaar hebt verworven die wel voordelig zijn?
Ik vind het altijd wel grappig dat als vriendinnen zeggen: “Dat personeel van tegenwoordig! Ik werd gewoon behandeld als stront in de winkel!”, ik niet weet wat ze bedoelen. Want dat maak ik nooit mee. Ik heb altijd gezelligheid. Altijd vrolijke gezichten om me heen en een gezellig praatje. Dus mijn wereldbeeld klopt niet helemaal voor honderd procent. Ik voel geen verharding in de maatschappij, ik voel me altijd heel welkom. Zelfs als ik naar Eurodisney ga, vraagt het meisje achter de balie: “Mag ik u misschien een vipbehandeling aanbieden zodat u met het hele gezin achterlangs de attracties in kunt?”

En ben je rijk van je werk geworden?
Nee. Ik produceer alles zelf en dan word je niet rijk. Ik heb wel hele rijke shows. Want als ergens het geld in gaat zitten, is het in de shows. Als ik geld over heb, stop ik dat in een heel mooi kostuum of in een spectaculair lichteffect. Ik ga niet heel goedkoop produceren zodat ik zelf in Zuid-Frankrijk een huisje kan kopen. Het gaat me niet om het geld. Wat ik het gaafst vind aan wat ik bereikt heb, is de zelfstandigheid. Dat er niemand vanuit een machtspositie mij kan overrulen. Dat ik geen last heb van donderspeeches. Ik wil niet uitgescholden worden omdat ik niet goed genoeg mijn best zou doen. Sowieso ben ik van het harmoniemodel. Ik werk al meer dan vijftien jaar met mijn man Marnix samen, die bijna alles wat ik doe regisseert, en dat werkt heel prettig. De laatste tijd heb ik alleen af en toe een flinke uitschieter, dat komt omdat ik in de overgang zit. Dan zeg ik opeens iets heel lelijks, als een gemene pitbull. We gingen laatst met het gezin oefenen op een kunstskibaan en een jongen liet zijn snowboard over de ski’s van mijn dochter schieten. In een reflex gilde ik: “De volgende keer maak ik je af!” Tegen een jonge jongen. Belachelijk. Ik ben ineens een rare leeuwin die op haar welpen past.

Scherm je je zakelijke territorium ook zo dierlijk af? Kijk je met argusogen naar je vrouwelijke concurrenten?
Nee, ik heb geen last van jaloezie. Ze zeggen wel eens dat er veel kinnesinne is onder de cabaretieres, maar dat is niet zo. Zo werkt het ook helemaal niet bij ons. Wij zijn juist pr voor elkaar. Als je een leuke avond bij Brigitte Kaandorp hebt gehad, waardoor je graag nog een keer naar het theater wil, ga je niet nog een keer naar haar. Maar kies je al snel een andere cabaretiere uit. Dus als één van ons goed gaat, gaat de rest ook goed.

Zijn er Nederlandse vrouwen die je grappiger vindt dan jezelf?

Sara Kroos. Die vind ik geweldig goed. Zij heeft voor mijn jubileumshow een aantal scènes geschreven, en dat heeft ze zo briljant gedaan. En Brigitte Kaandorp, die net als ik begonnen is op de Uitmarkt in 1983, vind ik ook heel erg goed.

Je bent zelf niet zo lang geleden in de Volkskrant een tweederangs Tineke Schouten met een lading afgezaagde grappen genoemd. Je zou varen in een oceaan van middelmatigheid. Haal je na 25 jaar in het vak en alle prijzen die je inmiddels in de wacht heb gesleept, je schouders op voor dat soort recensies?
Nee, nee, nee. Ik ben er nog steeds net zo kinderachtig en net zo beledigd en verdriet van. Ik vergeet alle prijzen en en ben nog net zo te kwetsen als toen ik zeven was. Het lullige is dat mensen dat vergeten. Ze denken dat je een bitch bent en door de wol geverfd. Dus dat je er wel tegen kunt. Maar dat is toch echt niet zo, helaas. Ik ben tot mijn ziel gekwetst door al dat lelijke geschrijf. Ik weet nog dat ze bij mijn eerste musical schreven dat ik te zwaar was voor dit werk. “Ze gooit haar benen omhoog en dan denk ik: kan dat wel?”, stond er. Ik was toen 72 kilo, maar beeldschoon. Iemand anders schreef: “Ze kan mooi zingen, maar dat is eigenlijk al te veel gezegd.” Nou, dat is een dolksteek in mijn hart. Want ik kan godver wel zingen. En als ze schrijven dat ik niet de moeite waard ben om heen te gaan, vind ik dat echt een belediging voor 25 jaar vakmanschap. Dus ik ben altijd weer gekwetst en echt geraakt. Ik maak al 25 jaar met dezelfde levensvreugde theater, en als dat dan afgekat wordt door een één of andere valse nicht van de Volkskrant, dan doet dat nog steeds zeer. Maar toen de recensies van mijn laatste show een beetje half om half waren zei mijn man trots: schat, op je oude dag ben je ineens controversieel. Toen dacht ik wel even: o ja, dat is ook wel weer gaaf. De ene helft vindt me goed en de andere helft niet, ik ben eigenlijk een soort Paul de Leeuw.