Het vorige interview met jou ging niet door vanwege je kinderen. Deze afspraak verplaatste je op het allerlaatste moment van locatie. Het lijkt wel een allergische reactie voor publiciteit.
Haha, dat klopt wel. Ik vind het heel vervelend om interviews te geven. Het kost tijd, je ziet nooit je eigen woorden terug, en het levert alleen maar exposure op terwijl ik juist zo min mogelijk een bekende Nederlander wil zijn. Ik denk ook altijd: wat zal het andere mensen interesseren wat ik te vertellen heb? Wie kent Brecht van Hulten nou? Dan belt Shownieuws van SBS als ik een kind heb gekregen. En denk ik: rot op! ga iets nuttigs doen. Maar kennelijk hebben ze de C-sterren toch nodig.
Veel mensen kennen je als het aanstormende talent van het Jeugdjournaal die na haar overstap naar Goedemorgen Nederland een bliksemcarrière zou gaan maken. Alleen is die storm onverwacht snel gaan liggen...
Ik ervaar zelf niet dat die bliksemcarriere er niet is gekomen en dat het stil is geworden rond mij omdat ik bij NOS Actueel grote dingen als Prinsjedag mag presenteren. En ook een popfestival als Noorderslag vind ik fantastisch om te doen. Of mensen mij als aanstormend talent zagen weet ik niet, maar misschien heeft het er mee te maken dat ik het programma van Daphne Bunskoek ging doen. Omdat zij door Goedemorgen Nederland zo groot is geworden en RTL Boulevard ging doen, verwachten ze dat van mij ook. Maar Goedemorgen Nederland is nooit mijn programma geworden. Het was het programma van Daphne. En dat is het ook gebleven.
Hoe merkte je dat dan?
Niet zo zeer dat ik koppen las met 'Was Daphne er nog maar', maar zo voelde ik het wel. Het was meer mijn eigen onzekerheid. Daphne was in het begin ook zoekende, maar zij was geëindigd op een punt dat ze het heel goed in haar vingers had. En daarna kwam ik als beginneling. En ik voelde heus wel dat het bij mij nog niet zo goed ging. Dat was heftig. De redactie was dezelfde gebleven, heel leuke, lieve mensen, maar die zeiden af en toe ook dingen als 'doe het anders een beetje zoals Daphne' . Maar ja, ik ben geen daphne. Ik ben toch echt een ander mens.
Wat heeft Daphne wat jij niet hebt?
Ik ben wat serieuzer. En Daphne heeft geen kinderen. Ik ben er twee keer een half jaar met zwangerschapsverlof uit geweest. Daarnaast wil ik graag veel bij mijn kinderen zijn. Maar dat heeft wel consequenties voor mijn carriere. Tijdens Goedemorgen Nederland moest ik er elke nacht vijf keer uit, dat was niet te doen. Dat was ook de reden om bij Goedemorgen Nederland te stoppen. Ik was gesloopt. En ik vond het interviewen ook niet zo leuk als ik dacht. Elke dag weer aan een tafel met een paar mensen gesprekjes zitten voeren - Interviews kun je het eigenlijk niet echt noemen - wordt een sleur. En dan ook nog eens heel vaak met mensen waarvan ik dacht: wat kan mij het boekje over een dieet voor als je hoofdpijn hebt nou boeien? En nog een verschil tussen Daphne en mij: ik zou nooit RTL Boulevard kunnen doen. Afschuwelijk. Ik moet er niet aan denken dat ik me moet verdiepen in het privéleven van Patty Brard of Estelle Gullit. Het interesseert me niet waar zij boodschappen doen.
Lees je liever een goed boek dan dat je naar Boulevard kijkt?
Ik hou best van verstrooiing, maar naar Boulevard kijk ik nooit. Albert Verlinde checkt dingen nooit, dus ik vertrouw het programma überhaupt niet. Bij mij hebben ze het in ieder geval altijd bij het verkeerde eind. Dan ga ik weg bij de NOS als ik in Italië ga wonen. Dan weer zit ik overspannen op Texel, terwijl ik nog nooit op Texel ben geweest en gewoon op vakantie ben. Nee, ik verdiep me liever in zaken waar ik zelf wijzer van word. Zoals toen ik met Maartje (van Weegen, red.) meeliep toen zij een uitzending maakte over de herdenking van de Hongaarse opstand in 1956. Daarna weet je daar opeens helemaal het fijne van. Dat vind ik superleuk. Maar zoiets als Boulevard vind ik zo leeg. Dus nee, ik zal nooit een Daphne Bunskoek worden.
En de nieuwe maartje?
Aanvankelijk wel. Ik wilde nog een seizoen Goedemorgen Nederland doen om goed te leren interviewen, maar ik trok dat fysiek niet. Ik ben nooit ziek, maar opeens werd ik ziek en zo. Bovendien: wat moest ik verder bij de KRO? Daar hebben ze Yvon Jaspers al. En Antia Witzier. Terwijl de NOS mij een prachtig en eervol voorstel deed, Maartje weg, waardoor er veel gaten vielen waarvan ik het merendeel mocht opvullen. Dus toen heb ik daarvoor gekozen. Alleen bleek ik toen opeens zwanger van de tweede. En weer later besloten mijn vriend en ik om naar Rome te emigreren omdat hij daar als correspondent voor de Volkskrant kon gaan werken. Tja, dan wordt dat lastig. Ik blijf wel dingen doen voor de NOS, een evenement of zes per jaar, maar ik ben niet de eerst aangewezene meer. Maar daar heb ik inmiddels vrede mee. Overigens waren Maartje en ik ook wel heel anders. Als we op straat gingen draaien, gaf zij iedereen handjes nadat zij haar presentatietekst had gedaan, terwijl ik dan het liefst door de grond zak en meteen verdwijn.
Toch kun je fel uit de hoek komen. Als kind kon je al iemand zo door elkaar rammelen dat je twee stukken van diegene's blouse in je handen had.
Diegene pestte wel mijn zusje! Dan krijg ik een waas voor mijn ogen. Ik heb als tienjarige ook weleens twee jongens van vijftien aangevlogen omdat ze mijn zussen in het zwembad onder water duwden. Ik ging helemaal door het lint. Maar inderdaad, ik ben sowieso wel een vrij fel type. Soms schrikt het mensen af. Dan kan ik ineens iets heel boos zeggen. Ook in vergaderingen kies ik soms net iets te scherpe woorden. Maar ik ken geen felheid in het najagen van een carrière. Uberhaupt vind ik het woord ambitie niet bij me passen. Ik kies eerder voor privédingen dan voor mijn ambities. Ik ben niet echt lui, maar ik had altijd liever vakantie dan dat ik werkte. Al voordat ik kinderen kreeg, ging ik van vijf naar vier dagen werken in de week. Later ben ik naar drie dagen gegaan. Dus een workaholic ben ik nooit geweest. Dat zit niet in me.
Toch leek je wel lang de drive te hebben om serieus genomen te willen worden.
Ja, dat wel. Op de middelbare school werd ik altijd jonger ingeschat dan ik was. En toen ik als redacteur bij Spijkers met Koppen werkte, vroeg een collega na twee jaar wanneer mijn stage afliep. ik had vaak het gevoel dat ik niet voor vol werd aangezien. De eerste keer dat ik op een cover van een blad stond, vond ik reuze interessant. Eindelijk serieus genomen. Maar dat gevoel verdween na een paar maanden Jeugdjournaal. En ook doordat de NOS me an sich veel kansen wilde geven. Daar voel ik me enorm gewaardeerd en serieus genomen door.
Je vindt het vreselijk om bekend te zijn. Waarom dan toch in de hol van de leeuw?
De kick van het live televisie maken. Het rode lichtje gaat branden, en dan moet het. En dan met name bij grote evenementen zoals Prinsjesdag of Live Earth. Bij nieuwslezen heb ik dat minder. Dat vind ik leuk om af en te doen, maar drie dagen in de week zou ik dat saai vinden. De autocue voorlezen kan iedereen, en verder is het een keurslijf waarin je niks van jezelf mag laten zien. Maar wat ik bij de NOS heel prettig vind, is dat ik heel weinig aan exposure hoef te doen. Nu probeer ik 'Noorderslag' te promoten, maar verder zeg ik in principe altijd 'nee' tegen interviewaanvragen. Dat weet de persvoorlichting ook. Bij de KRO heb ik daar enorme ... eh. Hoe zeg je dat netjes, discussies over gehad. Die vonden dat ik in bladen als Viva, LINDA en Libelle moest gaan staan.
Wat vind je er zo niet leuk aan?
Mijn vader en mijn moeder werkten allebei bij de omroep. Als we dan bij familie in Brabant logeerden, vond iedereen ons reuze interessant. Ik haatte die interessantdoenerij. Daarom vind ik die premierefeestjes met BN'ers ook niet leuk. Je groet elkaar omdat je elkaar van tv kent, maar je kent elkaar helemaal niet. Gelukkig valt mijn bekendheid erg mee omdat ik nooit naar feestjes ga en geen persoonlijke interviews geef, maar als ik toch herkend word, vind ik dat storend. Ik wil niet lastig gevallen worden door vreemden. Ik begrijp ook wel dat daar een soort kronkel zit. Want je kiest er voor om op een podium te gaan staan en te roepen: kijk eens wat ik kan. Maar ik doe het niet voor het schouderklopje bij de bakker. Ik geneer me dan juist. Als iemand me op straat aanspreekt, merk ik dat ik een rood hoofd krijg. En hoewel het een moeilijke beslissing voor me was om voor het werk van mijn vriend naar Italie te emigreren omdat ik daarmee mijn carriere toch gedeeltelijk opgeef, is het wel een mooie bijkomstigheid dat ik daar in italie geen last van heb. Af en toe kom ik naar Nederland om een evenement te presenteren, en verder kan ik de shit die gepaard gaat met bekendheid lekker achter me laten.